Tuintips
Wat kunt u doen in de tuin elke maand?
Wij geven hieronder per maand een aantal tips en werkzaamheden die u in de tuin kunt uitvoeren. Denk hierbij aan informatie over snoeien, gazononderhoud, sproeien etc.
Kortom allerlei tips om volop te kunnen genieten van een mooie, verzorgde tuin!

Januari (louwmaand)

Januari (louwmaand)
Januari is een stille, rustige tuinmaand.
Het is een maand om eens te genieten van uw tuin. Genieten van allerlei planten die wintergroen zijn, bessen dragen of zelfs nog bloeien, zoals de winterbloeiende Prunus subhirtella ´Autumnalis´, Jasminium nudiflorum (winterjasmijn), Hamamelis (toverhazelaar), Viburnum tinus, Chimonanthus praecox, Viburnum x bodnantese ´Dawn´ en de Helleborus (kerstroos). De viooltjes en winterheide (Erica´s) geven prachtig kleur aan je tuin of in de winterbakken op je balkon.

  • Het is nu de ideale periode om rustig allerlei zaadcatalogi door te kijken en een lijstje te maken van allerlei soorten die je wilt kopen om over enkele maanden te zaaien.
  • Mocht je grootse plannen voor de tuin hebben, dan kun je deze wijzigingen nu op je gemak op papier uitwerken.
  • Reinigen grasmaaier en andere machines.
  • Siertuin – plantenborders – gazon:  Als het gazon bevroren is, kun je het beter niet begaan. Het geeft allemaal schade die pas tijdens het komende groeiseizoen verschijnt
  • Kijk de winterbescherming van uw vorstgevoelige planten in de tuin na. Als deze door de wind is los gekomen, kun je dit best tijdig herstellen vooraleer de wind vrij spel krijgt.
  • Doe niets met planten als het vriest.
  • Dode en zieke takken van struiken en bomen kunnen nu verwijderd worden.
  • Het is het ideale moment om nog winterstekken te nemen van Forsythia, sering, Deutzia, Salix, Ribes,…

Bloembollen en -knollen:

  • Controleer de vorstgevoelige bollen, knollen in de winterberging regelmatig op ziekten. Haal aangetaste en beschimmelde of rottende bollen weg.
  • Hyacinten, krokusjes, narcissen en tulpen kunt u in bloei trekken door ze op te potten en koel weg te zetten. Zet ze pas warmer als de bloemknoppen zichtbaar zijn

Moestuin:

  • Als je een groentetuin hebt, kun je nu ook mooi de indeling voor het komende groeiseizoen uitdokteren.
  • Controleer de kiemkracht van uw resterende zaden. Doe wat zaad op een vochtig doekje, doe er een plastiek over (serre nabootsen) en plaats dit op de vensterbank. Als de helft van de zaden kiemen, is het zaad nog bruikbaar.
  • Zet de composthoop nog een keer om zodat deze in het voorjaar goed verteerd is.

Fruittuin:

  • Bij goed vorstvrij weer is het ideaal om fruit en andere bladverliezende struiken en bomen aan te planten. Uiteraard ook niet planten als de grond nog bevroren is.
  • Als het niet vriest kan men fruitbomen snoeien.
  • Druiven snoeien mag deze maand nog gebeuren.

Kuipplanten:

  • Kijk de opgeslagen kuipplanten regelmatig na. Vooral de bladhoudende soorten mogen niet uitdrogen. Geef geregeld een weinig water en zorg voor voldoende bescherming tegen de vorst
  • Lucht de kuipplanten in de winterberging regelmatig, door bij vorstvrij weer het raam open te zetten.
  • Geraniums (Pelargonium) kunnen nu gestekt worden. Neem stekjes van ca. 5 cm en zet ze in aparte potjes met stekgrond. Zorg dat ze niet uitdrogen.

TIPS:
Takken van sierheesters binnenskamers in bloei trekken.
Het is erg leuk om enkele takken af te snijden van bomen en heesters die al heel vroeg in het jaar bloeien. Een van de beste voorbeelden is de Forsythia of het Chinees klokje. Als je daar nu takken van knipt, zijn de bloemknoppen al zo voldoende ver ontwikkeld. Plaats ze in de kamer op een vaas met water en al snel zullen ze bloeien. Om de takken nog langer vers te houden zet je ze best in lauw water en snoei je ze even schuin bij voor je ze in de vaas zet.

Vogels voeren / bessenstruiken planten.
In een winter met strenge vorst en sneeuw weten de vogels uw hulp zeker te waarderen. Plaats voederplankjes op plaatsen waar de vogels er gemakkelijk bij kunnen en zich veilig voelen. Volgende voeders zijn ideaal: zadenmengsels, vetbolletjes, fruit, noten,… Koop vetbollen met zaden en hang die op of leg die neer op plaatsen waar katten niet gemakkelijk bij kunnen.
Ideaal is het om enkele sierheesters in de tuin aan te planten met lekkere winterbessen. Besdragende bomen en struiken zijn tegelijkertijd mooi om naar te kijken.

Februari (sprokkelmaand)

Februari (sprokkelmaand)
De dagen beginnen merkbaar te lengen. Het rustende leven wordt stilaan terug wakker. Met een beetje geluk kan deze maand al wat lentesfeer brengen. Als de grond niet bevroren is, kan het gazon vanaf 6°C beginnen groeien. Er zijn al heel wat vroege bloeiende planten die hun eerste bloemen laten zien. Toverhazelaars staan te bloeien, samen met sneeuwklokjes, winterheide, winterakonieten, Camelia,…

  • Nu het wat rustiger in de tuin is, kan men de tijd nemen om een terras, een zitput of paden aan te leggen.
  • Houten constructies, tuinhuisjes controleren, herstellen en een nieuw laagje verf geven.
  • De voegen van uw terras of oprit onkruid- en mosvrij maken met een hogedrukspuit. Na deze behandeling de voegen tussen de klinkers terug opvullen door er fijn wit zand in te vegen. Het voedingsarme wit zand zal voorkomen dat de komende zomer onkruid tussen de voegen zal groeien.
  • Het is tijd om de oude nestkastjes schoon te maken. Hang nu al de nieuwe nestbakjes omhoog zodoende dat de vogels voldoende tijd hebben om ze te verkennen en er zodoende tijdig aan te wennen.
  • Indien je de serre- of dakgoten nog niet hebt vrij gemaakt van bladeren, dan kun je die klus tijdens deze kalmere periode nog klaren.

Siertuin

  • De winterbloeiende struikheide (Erica´s) mogen na de bloei worden bijgeknipt. Snoei de uitgebloeide stelen tot aan de onderkant af. Dit zorgt ervoor dat ze de lange takken niet kunnen open vallen en het bevordert een goede vertakking bij de stengelbasis waardoor je het komende groeiseizoen van stevige planten kan genieten. Net zoals bij Erica of dopheide mag ook de winterbloeiende Jasminum nudiflorum of de winterjasmijn vrij diep worden ingekort. Doet men dit niet dan groeit de struik uit tot een plant met warrige takken waardoor de plant er vrij wild en slordig uitziet. Na het snoeien kunnen deze planten een lichte bemesting goed gebruiken.
  • De mooie bloemen van de sneeuwklokjes hebben tegen eind februari hun beste tijd gehad. Als de grond ontdooid is, hoef je na de bloei niet langer te wachten om ze te verplanten.
  • De clematissen (bosranken) die in de zomer of later bloeien mogen worden gesnoeid. Zoek op de stengels naar gezonde ogen en snoei de takken 30 cm verder af. De voorjaarsbloeiende bosranken zeker niet snoeien indien je er in de lente nog bloemen aan wil. Bij voorjaarsbloeiende clematissen zitten de bloemknoppen reeds klaar in de twijgen die je dus best inkort na de bloei.
  • Bij de hortensia´s zitten de bloemknoppen voor dit jaar reeds klaar. Deze kunnen gemakkelijk bevriezen. Dek daarom de struiken af met een vliesdoek als er stevige vorst wordt verwacht.
  • Bij vorstvrij weer kunnen struiken en bomen worden gesnoeid. Wel nog wachten met het snoeien van rozen tot in maart.
  • Met het snoeihout kun je een takkenhaag maken waarin vogels en nuttige insecten hun toevlucht kunnen zoeken. Sla om de halve meter twee palen in de grond en duw daartussen alle snoeiafval om een snoeihoutscherm te bekomen.
  • Onkruid is deze maand zeer makkelijk uit te trekken: brandnetels, kweekgras, boterbloem, veldkers,…
  • Wanneer we toch aan het wieden zijn kan men ineens de afgestorven bloemstelen van de sedums, wederik, duizendknopen en vele andere vaste planten verwijderen. Deze kunnen best verdwijnen vooraleer de planten met jonge en breekbare scheuten beginnen uit te lopen. Vaste planten die door de vorst opgedrukt werden kunnen terug worden vast gedrukt. Takken en bladeren die ter winterbescherming zijn blijven liggen kunnen tegen het einde van de maand worden opgeruimd.
  • Na het wieden is het deze maand aangewezen om een laag organisch materiaal van de composthoop in de bloemborders open te spreiden en in de bodem onder te werken.
  • Voorzie vanaf de tweede helft van de maand organische meststoffen in de borders. Deze zijn te verkiezen boven de scheikundig samengestelde kunstmeststoffen die hun voedingsstoffen ´voor de tijd van het jaar´ te snel laten vrijkomen. Bij de organische mest komen de voedingsstoffen langzaam vrij wanneer de planten terug beginnen te groeien. Gebruik steeds de hoeveelheden die op de verpakking worden aangegeven.

Wintergroen
Plant ook eens enkele wintergroene struiken, coniferen of bladhoudende bomen in de tuin. Zo zal de tuin het hele jaar door mooi zijn. Liguster, Taxus, Buxus en Lonicerahaagjes zorgen het hele jaar door voor een groene structuur. Taxusbogen, buxusvormen,… komen tijdens de kale wintermaanden extra tot hun recht. Gele coniferen zoals de Thuja occidentalis ‘Sunkist’ zorgen voor kleur tijdens de donkere wintermaanden. De bladhoudende Viburnum tinus zal gedurende vele maanden voor massa´s bloemen zorgen. Klimop langs schuttingen, pergola´s, muren of als bodembedekker bedekt al snel grote wintergroene oppervlaktes. Het vele groen zorgt ervoor dat de winter niet zo donker, kaal en kil aanvoelt.

Klimop snoeien
Klimop laat in de zomer zijn oude bladeren afvallen. Daar is weinig tegen te doen behalve bij de tuinliefhebber die nu ingrijpt. Met de haagschaar knip je de klimop kort in waardoor hij compact tegen de schutting of muur aan blijft groeien.

  • Deze maand is een ideale periode voor het opbinden of leiden van klimplanten.
  • Verplanten en aanplanten van bladverliezende struiken, klimplanten en bomen.

Als het niet vriest en de grond is niet bevroren, dan is het ideaal om bladverliezende struiken te planten of te verplanten. Steek met een spade de heesters die je wilt verplanten rondom los. Blijf wel een spadesteek van de stam af, zodat de wortels niet teveel beschadigd worden en de plant nog een mooie wortelkluit heeft om zorgeloos te worden verplant. Bij grote planten zul je zelfs eerst een greppel rond de struik moeten uitgraven. Zorg dat de kluit voldoende groot is en laat zoveel grond als mogelijk aan de wortelkluit. Maak een ruim plantgat op de plek waar je de plant wilt hebben en breng de plant erheen. Meng in het plantgat lekker veel compost door de grond en plant de struik even diep zoals voorheen. Trap de grond rond de wortels goed aan en geef water als de grond wat te droog lijkt.

Gazon

  • Loop nog zo min mogelijk over het grasveld. De ondergrond kan nog bevroren zijn. De dunne laag daarboven kan door het belopen gemakkelijk verschoven worden en los raken. Hoe fijner het gras, des te voorzichtiger je moet zijn.
  • Als er slechte plekken in het grasveld zitten, kun je die beter nu nog niet herstellen, maar er nog even mee wachten tot maart.
  • Zit er teveel mos in het gazon dan mag er nu kalk worden gestrooid om ervoor te zorgen dat de bodem minder zuur wordt.
  • Afhankelijk van de temperaturen kan het zijn dat de grasmaaier deze maand al eens over het gazon mag rijden. Maai het gras enkel af als het niet vriest en er niet te nat bij ligt. Zet bij de eerste maaibeurt de maaistand wel een standje hoger.
  • Op een vooraf klaargemaakte bodem kan men starten met het leggen van graszoden. De grond mag wel niet bevroren of te nat zijn.
  • De plaatsen waar U in maart gras wil zaaien, worden deze maand best al eens omgespit vooraleer verdere grondbewerkingen uit te voeren.

Bloembollen

  • De knollen van de dahlia´s die gedurende de winter in bakjes vorstvrij werden opgeslagen zullen weldra gaan uitlopen. Steek de knollen in aparte potten, zet ze op een plaats in het zonlicht en geef al wat water. De knollen zullen sneller tot leven komen en mooie scheuten vormen die in maart kunnen dienen als stek.
  • De uitgebloeide winterakonieten en de sneeuwklokjes mogen nu gescheurd en verplant worden. Haal ze voorzichtig uit de grond met een spitriek of met de spade en verdeel de oorspronkelijke pol in meerdere stukken. Elk stuk mag dan terug worden uitgeplant met in de plantput een kleine hoeveelheid compost of ander organisch voedsel. Plant de kluiten even diep als ze eerst stonden.
  • De liefhebbers van lelies die hun knollen in de herfst nog niet in de grond hebben gestoken, kunnen dat nu nog doen.

Groentetuin

  • Compost open voeren en inspitten. Spitten zorgt ervoor dat de grove kluiten stuk vriezen. Dit zorgt dan voor een betere bodemstructuur en een goede waterdoorlaatbaarheid van het perceel.
  • Bekalk de percelen waar dit jaar de koolsoorten uitgeplant zullen worden, want die moet enkele maanden op voorhand worden uitgestrooid. Doe dit bij voorkeur op een windstille dag.
  • Oogsten van witloofkroppen, dit wordt ook wel langen van witloof genoemd.
  • Tijdens de enkele warme, zonnige dagen die er in februari zijn is het aan te raden de serreruiten enkele uren open te zetten.
  • Onder glas kunnen al bloemkolen, koolrabi, sla en zomerspinazie worden gezaaid.
  • Snijsla, radijsjes en vroege peulen kun je onder een tunnelserre zaaien. •Peulerwten kun je vanaf eind februari zaaien.
  • Als het iets warmer wordt mag de winterbescherming van rond de artisjok. Als je daarmee te lang wacht kan de plant weg rotten.
  • Tuinbonen kun je nu al zaaien in potjes. Je moet ze wel lekker warm in huis houden. Vanaf maart – april kunnen ze dan in de moestuin worden uitgeplant.
  • Wil je toch al genieten van lekkere zelf gekweekte groenten, dan kun je kiemgroenten of spruitgroenten zaaien onder een tuinklok voor op de vensterbank. Spruitgroenten die hiervoor in aanmerking komen zijn: tuinkers, radijs, prei, selderij, alfa-alfa, linzen, cresson of de waterkers, daikonkers = radijskers, mosterd, adzukiboon, boekweit, zonnebloem, suikermaïs, rijst, tarwe, rogge, spelt, broccoli, kikkererwt, paardeboon, fenegriek, look, ajuin, pompoen, luzerne, linze, rijstboon, rammenas, …

Fruittuin

  • De fruitbomen die nog niet gesnoeid werden kunnen deze maand nog onder het snoeimes. Als de grond in de boomgaard bevroren is kan de ladder niet weg zakken.
  • Plant allerlei bessen en fruitbomen.
  • Strooi rond de fruitbomen een laag van goed verteerde stalmest of uitgerijpte compost. Deze laag houdt het onkruid onder de bomen tegen, zorgt voor voedsel en is een goede waterbuffer.
  • Voorzie alle fruitbomen van een kalirijke meststof. De kalium hebben ze later in het seizoen nodig om een goede oogst te geven.
  • Controleer of de in het najaar aangeplante bomen niet omhoog geduwd zijn door de vorst, waardoor ze los staan. De losgekomen exemplaren na de dooi terug vasttrappen.
  • Tijdens bovenstaande werken kunnen ineens ook de boompalen en de boombanden nagekeken worden. Zitten ze nog vast genoeg? Spannen de banden niet te veel zodat ze in de boom dreigen te groeien? De palen eventueel terug rechtop zetten.

 

Perkgoed en kuipplanten

  • Viooltjes zijn tweejarige planten die goed bestand zijn tegen de vrieskou. Ze mogen dan ook aangekocht en uitgeplant worden in de borders of in bloembakken. Op zeer koude vriesdagen zullen de bloemetjes naar beneden hangen maar als de zon er enkele uren op kan schijnen staan die terug mooi rechtop. Door de uitgebloeide bloemen steeds weer uit te knijpen kan de bloei worden verlengd tot mei of zelfs tot begin juni en dan kunnen kuipplanten of perkplanten hun plaats innemen.
  • Snoeien en verpotten van de overwinterde kuipplanten zoals de bellekensplanten (Fuchsia´s) en de balkongeraniums (Pelargoniums). Controleer ineens op ongedierte zoals witte vlieg of bladluizen en probeer deze kwijt te raken.
  • Bij het terugsnoeien van de kuipplanten zitten er wellicht ook mooie scheuten die gebruikt kunnen worden als stek.
  • Balkon-, terras- en kuipplanten die vorstvrij worden overwinterd mag je af en toe water geven op dagen dat er geen vorst wordt voorspeld. Geef matig water in de voormiddag zodat de planten nog kunnen opdrogen tegen de avond.
  • Het is de ideale periode om al uw kuipplanten eens te verpotten. Zet ze na het verpotten iets warmer en geef ze al wat meer water dan voorheen. Voorlopig nog wachten tot april om plantenvoedsel mee te geven want er zit meer dan voldoende in de verse potgrond.

Vijverklusjes voor de maanden januari / februari

  • Als de ijsvrijhouder, de oxydator of de luchtpomp hun werk goed doen, laat de vijver dan gerust.
  • Een luchtsteentje kan voor een wak zorgen in een bevroren vijver. Hang het nooit tot op de bodem, maar zo ´n 40 cm onder het oppervlak.
  • Verzamel zaden van waterplanten om die deze winter nog te zaaien.
  • Reigers zijn vissers bij uitstek. In deze maanden kunnen ze uw tuinvijver meer bezoeken dan u lief is. Controleer of het afweermiddelen rond de vijver nog goed werken.
  • Gebruik geen zout of andere chemicaliën om een gat in het ijs te krijgen.
  • Als u dit jaar een vijver wilt aanleggen, moet u nu met plannen beginnen.
  • Loop bij vriesweer niet over de PVC-folie aan de vijverrand: hij kan beschadigd worden.
  • Ook als u over het ijs loopt bestaat het risico op folie¬ beschadiging.
  • Om de vissen te voeren is het echt nog te vroeg. Voeder de vissen nog niet, voederen mag pas gebeuren vanaf dat het water 10 °C heeft bereikt.
  • Pas als er geen gevaar meer is voor strenge vorst mag het snoekkruid (Pontederia) weer opgevist worden en op – 20 cm geplaatst worden.
  • Controleer op het einde van de maand de zuurtegraad: regenwater kan tijdens de winter het vijverwater danig verzuren. Corrigeer met kalk.
Maart

Menig tuinier bloeit nu op want de eerste echte tekenen dat de lente is aangebroken zijn nu duidelijk zichtbaar. Uw tuin of balkon komt tot leven. In deze maand kunt en mag u de handen flink uit de mouwen steken. Er is van alles te doen om uw tuin voor te bereiden op het komende tuinseizoen.

Tips
* Bladafval en beschermende takken opruimen.
* Aanplanten van groenblijvend en bladverliezende planten
* Vaste planten die te groot geworden zijn, delen of scheuren en verplanten

Eind maart / begin april kunt u beginnen uw tuin voorjaars klaar te maken. U kunt hierbij denken aan;
– gras verticuteren en bemesten
– vaste planten en heesters snoeien
– bladruimen
– bemesten van de borders
– kanten steken van uw gazon

Zoals gezegd het voorjaar is op komst. U kunt nu al uw tuin in voorjaarsstemming brengen door u potten te vullen met prachtige violen. U krijgt zo kleur en gezelligheid in uw tuin.

Snoeien
Deze maand vragen veel plantsoorten uw zorg. Met het voorjaar in aantocht staat ook het snoeien weer op de agenda. Wanneer u ze deze aandacht geeft, kunt u dit jaar weer genieten van prachtige groei en bloei! Een levendig tuinseizoen begint met een goede snoeistart! We noemen hieronder de belangrijkste planten die in maart aan snoeien toe zijn.

Rozen
Maart en april zijn de maanden bij uitstek voor het snoeien van rozen. In bijna iedere tuin staat wel een variant van de roos. Niet alle soorten hebben dezelfde snoeiwijze. Voor de verschillende rozen willen we u wat adviezen meegeven:
– Struikrozen: snoeit u een struik terug tot een hoogte van ongeveer 45 centimeter.
– Stamrozen: hierbij snoeit u boven de entplaats. De takken mogen worden ingekort tot een maximale lengte van 40 centimeter 40 centimeter. Knipt u de takken wel vlak boven een oog (nieuwe knop met uitlopers) af.
– Klimrozen: het beste laat u de hoofdtakken met rust. De zijtakken kunt u flink terugsnoeien tot boven het vijfde oog. Als u een oude klimroos wil verjongen, knipt u dan helemaal onderaan een oude hoofdtak weg.

Clematis
Bij deze prachtige planten wordt er onderscheid gemaakt in het snoeitijdstip. Dit moment wordt afgestemd op de bloeitijd van de Clematis. Vandaar dat Clematissen worden onderscheiden in vroegbloeiende en laatbloeiende soorten.
De Clematissen die in de voorzomer bloeien, dat wil zeggen in de periode mei tot en met juli, noemen we de vroegbloeiende. Deze bloeien op zogenaamd ‘oud hout’, de uitdrukking voor ranken die vorig jaar zijn aangegroeid. Als u deze in het voorjaar al zou snoeien, verwijdert u dus alle opkomende bloei. Deze variëteiten daarom nog even met rust laten!
De laatbloeiende Clematissen bloeien op ranken, die ze in de zomer aanmaken. Voor deze soorten is een snoeibeurt in het voorjaar uiterst geschikt. De voorkeur gaat uit naar maart.

Zomerbloeiende heesters
Heesters die zomers bloeien, kunnen deze maand het beste gesnoeid worden. Als criterium kunt u stellen dat het gaat om struiken die na 1 juli hun hoofdbloei hebben. Het gaat dus om de struiken die op eenjarig hout bloeien. Door de snoei zullen er nieuwe scheuten ontstaan, die voor een rijkere bloei zullen zorgen.

Vaste planten
Alle bovengronds afgestorven planten kunnen tot op de grond afgeknipt worden. Er kunnen zich al jonge uitlopers gevormd hebben. Met eerst een zorgvuldige blik, voordat u rigoureus de schaar erin zet, spaart u nieuw leven, nieuwe bloei!

Een kwestie van bemesting
De maanden van bemesting komen er weer aan. Bij iedere plantsoort natuurlijk op z’n eigen moment. En voor sommige soorten zelfs met een ‘eigen’ speciaal ontwikkelde mest. Wist u dat? Natuurlijk kunt u overal standaardmest voor gebruiken, maar voor het beste resultaat vraagt een enkeling toch om een beetje extra, om wat meer afgestemde voeding. DCM biedt hierin uitkomst. Zij voeren in hun assortiment een verscheidenheid aan meststoffen speciaal voor bepaalde plantsoorten.

Een veel voorkomende aanname is dat mest de planten voedt. Ja, indirect wel. Eigenlijk voedt bemesting de bodem! En met een gezonde, voedzame bodem krijgt u beter ontwikkelde wortels en planten. Het gevolg hiervan is een vollere plant, een mooiere en langere bloei en gezonder blad. En dat willen we allemaal in onze tuin!

Het essentiële drietal
De drie belangrijkste elementen voor een goede ontwikkeling zijn stikstof, fosfor en kalium. Stikstof stimuleert de groei. Fosfor is goed voor de bloei, vruchtzetting en voor de vorming van gezonde wortels en knollen. En kalium stimuleert weer de vorming van nieuwe bladeren. Daarnaast heeft de plant dit nodig voor het water- en voedseltransport.
Mestvormen
Bij mest denken we vaak aan stalmest (koemest). Inderdaad is dat één van de organische meststoffen. Maar ook bijvoorbeeld compost, turf, tuinaarde en potgrond behoren hiertoe. Allen opgebouwd uit organisch materiaal en bedoeld als bodemverrijking en -verbetering.

April

De voorjaar is nu echt op komst. Tijd om uw tuin voorjaars klaar te maken.
U kunt hierbij denken aan het snoeien van uw heesters en beplanting, achtergebleven blad verwijderen en natuurlijk uw gazon en borders bemesten. Graag geven we u een aantal tips voor het bemesten van uw tuin. Dit is een belangrijk aspect, wilt u de rest van het jaar genieten van een mooi gazon en een rijk bloeiende tuin.

We zullen een aantal punten de revue laten passeren, nl:
– Twee stappen om mos duurzaam aan te pakken!
– Welke meststof gebruik ik in de siertuin?
– Beplanting aanplanten
– Uw gazon herstellen in het vroege voorjaar of na het verticuteren?

Alle producten die in de tuintips naar voren komen zijn verkrijgbaar in de tuinwinkel. Hier hebben we eveneens een breed assortiment aan meststoffen specifiek voor bepaalde plantsoorten zoals Buxus, Hortensia, Rhododendrons etc.

Twee stappen om mos duurzaam aan te pakken!
Een ongebreidelde mosgroei vormt een groot probleem in gazons. Mos wordt meestal slechts tijdelijk onderdrukt, een blijvende oplossing komt er pas wanneer u erin slaagt de oorzaken aan te pakken. De belangrijkste oorzaak is een zwakke groei van het gras zelf. Deze gebrekkige groei vindt zijn oorsprong meestal in een verkeerde zuurgraad en een onaangepaste voedingstoestand van de bodem. Mos moeten we dus op deze twee fronten aanpakken.

STAP 1 : Breng de zuurgraad van de bodem op peil
In een te zure bodem kunnen de graswortels de aanwezige voedingsstoffen niet opnemen. Bovendien zullen de voedingsstoffen snel uitspoelen omdat ze in een zure bodem minder goed vastgehouden worden. Een pH tussen 6,0 en 7,0 is ideaal voor grasgroei. Door een jaarlijkse onderhoudsbekalking met DCM Groen-Kalk® wordt de zuurgraad op een ideaal niveau gehouden voor een goede grasgroei. Het gras kan de voedingsstoffen immers weer goed opnemen en het mos krijgt geen plaats meer om zich te ontwikkelen. Voer deze bekalking bij voorkeur uit in het najaar, de winter of het vroege voorjaar.

STAP 2 : Geef uw gazon de aangepaste bemesting met een indirecte werking tegen mos
Nu de zuurgraad op peil gebracht is met DCM Groen-Kalk®, kunt u de algemene voedingstoestand van de bodem aanpakken. De graswortels zijn nu immers in staat de voedingsstoffen optimaal op te nemen en het gras krijgt een sterke stimulans. DCM Gazon Pur® (NPK 8-4-20 + 3 MgO) is een perfect uitgebalanceerde gazonmeststof met een indirecte werking tegen mos.
DCM Gazon Pur® pakt het mos tot in zijn diepste weefsels aan. Na een paar dagen ziet u het al: het mos verkleurt, wordt geel en sterft af. Na drie weken zal het dode mos tijdens een verticuteerbeurt gemakkelijk verdwijnen. Wanneer u zeer veel mos heeft, is een extra toepassing na het verticuteren aangewezen om de laatste restjes mos helemaal uit uw gazon te verwijderen.
Voordelen;
– bevat geen ijzerproducten en maakt bijgevolg géén vlekken op tegels en kleding
– dankzij lange werking (100 dagen) zal er ook na het verticuteren nog voldoende voeding zijn voor een goede hergroei van het gras voor de vorming van een sterke, dichte zode waarin mos geen kans meer krijgt
– hoog gehalte aan kalium voor een sterke grasmat, beter bestand tegen betreding, droogte en vorst
– in MINIGRAN® TECHNOLOGY: het fijne reukarme en stofvrije granulaat dat proper en gelijkmatig uit te strooien is voor een homogene indirecte werking tegen mos overal in het gazon

Het is aan te raden om in juni-juli uw gazon nogmaals te bemesten met DCM Organische Gazonmeststof. Hiermee houdt u de voeding van het gazon op peil. Wanneer u in het najaar uw gazon nogmaals bemest met DCM Gazon Pur, dan krijgt het mos ook in de winter nauwelijks kansen.

Welke meststof gebruik ik in de siertuin?
Een siertuin waar de planten er gezond uit zien, sterk groeien en rijkelijk bloeien is een streling voor het oog van elke tuinliefhebber. Tijdens de groeiperiode onttrekken deze planten echter veel voedingsstoffen aan de bodem en is regelmatig organisch bemesten noodzakelijk om gedurende jaren van uw siertuin te genieten. Door zowel in het voorjaar als in het najaar te bemesten, zal uw siertuin een heel seizoen lang gezond groeien en rijk bloeien. Bovendien gaan al uw planten gesterkt en afgehard de winter in, noodzakelijk om in het voorjaar snel opnieuw te groeien en te bloeien.
DCM Organische Meststof voor de Siertuin is uiterst geschikt als universele bemesting voor de hele siertuin. Dankzij haar doordachte samenstelling bevat deze meststof de nodige voedingselementen voor een evenwichtige groei en een uitbundige bloei. Het hoge gehalte aan kalium (potas) zorgt voor stevige planten en intense bloemkleuren terwijl magnesium noodzakelijk is voor een frisgroene bladkleur.

Beplanting aanplanten
Wanneer u beplanting gaat verplanten of nieuwe beplanting gaat aanplanten is het aan te raden de bodem te verrijken met DCM VIVIMUS. Door bij het planten Vivimus te gebruiken zal de beplanting beter aanslaan en is de kans op sterfte bijna nihil.

DCM VIVIMUS® voor Sierheesters, Hagen, Buxus, Bomen en Bloemen is ontwikkeld voor gebruik in zowel zware als lichte gronden. Wanneer u dit bodemverbeterend middel aan het plantgat of de plantsleuf toevoegt, zal het de bodem luchtig en humusrijk maken zodat water, maar ook voedingselementen beter worden vastgehouden.
Planten nemen hun voedingsstoffen op via de wortels. Een bodem met voldoende humus en een goede water – luchtverhouding zorgt doorgaans voor een ideale losse, luchtige structuur waarin de beworteling makkelijk verloopt. Een aanplanting kan slechts slagen wanneer de wortels in het voorjaar snel opnieuw aan het groeien gaan zodat de planten zich binnen de kortste keren voldoende kunnen verankeren. Door een goede opname is de plant in staat om zich ook boven de grond beter te ontwikkelen. Het resultaat van het werk dat ondergronds werd verricht zal zich snel bovengronds laten zien.

Uw gazon herstellen in het vroege voorjaar of na het verticuteren?
Na een lange winter komen de meeste gazons verbleekt en schraal uit de winter. Ook na het verticuteren in het voorjaar kan de gazon er beschadigd en troosteloos bijliggen. DCM GAZONSTART zorgt voor een snel herstel van gazons na de winter en na het verticuteren.
Dankzij een perfect evenwicht tussen snelwerkende en langwerkende stikstof krijgt uw gazon ogenblikkelijk voldoende voeding voor een snelle startgroei of hergroei, en beschikt het tevens over een belangrijk deel stikstof met lange nawerking om de vlotte startgroei gedurende lange tijd vol te houden.

TIP!
Voor een vlotte hergroei van uw gazon in het voorjaar is een goede zuurtegraad (pH) van de grond belangrijk. Bekalk daarom uw gazon in het vroege voorjaar met 1-1,5 kg DCM Groen-Kalk® per 10 m2. Deze zachtwerkende kalk voor gazons bevat extra veel magnesium voor een frisgroene graskleur.

Mei (bloeimaand)

Van alles te doen in de tuin in deze maand!

Snoeien:

  • Ligusterhagen kunt u best nu reeds voor de eerste maal snoeien. Deze hagen groeien nu zeer snel en verliezen daardoor ook vlug hun strakke haagvorm. De meeste bladdragende hagen zoals beuk, haagbeuk, lonicera, buxus, hulst, laurierkers,…kunnen in mei voor de eerste maal worden gesnoeid. Met coniferen kun je best nog wat wachten.
  • Snoeien van Buxus gebeurt best na de ijsheiligen om geen vorstschade te krijgen op de vers geschoren Bij het snoeien van Buxus wacht je best tot het een bewolkte dag is. Als je een Buxushaag op een warme zonnige dag snoeit dan zal deze na enkele dagen verbrandingsverschijnselen tonen. Buxushaagjes snoei je indien mogelijk best niet met een elektrische haagschaar. Bij het gebruik van een manuele heggeschaar spuit je de buxushaag eerst nat zodat deze nog soepeler doorheen de takjes kan glijden. Dit is beter voor uw armen en voorkomt ook weer verbranding van de gesnoeide toppen.
  • Zaaddozen van uitgebloeide seringen en rododendrons uitknijpen om de groei van de struiken te bevorderen.
  • Coniferen zoals hagen kunnen hun eerste snoeibeurt krijgen. Taxus kunt u beter wat later in juni snoeien. Knip coniferen niet af tot op het kale hout want ze zullen niet meer uitlopen. Alleen bij Taxus is dat wel toegestaan.
  • Voorjaarsbloeiende heesters kunt u het beste direct na de bloei snoeien. U behoudt dan mooie struiken met jonge takken die elk jaar weer rijkelijk zullen bloeien. Enkele soorten: Forsythia, Ribes, Chaenomeles, Kerria, winterjasmijn,…
  • Snoei de groene takken weg bij bontbladige heesters of bomen, ze gaan anders overheersen.
  • Hetzelfde principe geldt ook voor de Japanse kerselaars die worden geënt op wilde kerselaars die als onderstam dienen. Deze wilde onderstammen vormenscheuten die witte bloemen geven terwijl de geënte soort roze bloemen draagt. De wilde scheuten laten staan is nadelig voor de Japanse kerselaar(variëteit) want het meeste voedsel gaat dan naar die wilde kerselaar en na enkele jaren zal de witte wilde kerselaar de roze Japanse kerselaar verdringen. Het is dus best om de wilde kerselaarscheuten zo dicht mogelijk tot tegen de onderstam weg te snijden.

Plantenborders:

  • Kuis de plantenborders op en verwijder de vaste planten die het nog steeds niet doen. Men mag nu wel aannemen dat ze de winter niet hebben overleefd. Vervang ze door nieuwe.
  • Vaste planten die reeds hebben gebloeid kunnen nu worden gescheurd. Dit bevordert tevens de bloeikracht van de planten voor het volgende jaar.
  • Verwijder alle ongewenste zaailingen en hark de grond lichtjes waardoor de border er ineens veel netter uitziet.
  • Zet steunmateriaal bij de planten waar u toch bezig bent. Riddersporen en bolhortensia´s zullen dit zeker kunnen gebruiken. Gebruik restanten van een afrastering om uw riddersporen e.a. te laten doorheen groeien. Je kunt deze afrasteringsdraad ook geleidelijk aan mee omhoog schuiven waardoor de planten veel steviger zijn.
  • Rijshout rondom vaste plantengroepen plaatsen.
  • Vergeet uw borders niet te bemesten. Je planten kunnen nu wat extra voedsel goed gebruiken!

Gazon:

  • Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei.
  • Verwijder onkruid uit het gazon, steek het uit of gebruik onkruidbestrijdingsmiddelen.
  • Strooi als er regen is voorspeld kunstmest op het gazon, herhaal dat over een maand. Zo hou je je gazon gezond!
  • Nieuw gazon zaaien
  • Een nieuw gazon van graszoden kan nu worden aangelegd.
  • Graskanten afsteken
  • Steek het gras met een graskantensteker langs de gespannen plantkoord af. Zorg ervoor dat de graskantensteker schuin de grond in gaat. Zo staan de kanten stevig vast dit om te vermijden dat de boord afbrokkelt. Het gras zal dan ook veel minder vlug in de percelen groeien of woekeren.

Bloembollen:

  • Nijp de uitgebloeide Narcissen en tulpen uit want anders steekt de plant al zijn energie in de zaadvorming ipv de energie op te slaan voor de nieuwe bloemknoppen van volgend jaar. Het loof van uitgebloeide bollen rustig laten afsterven.
  • Bij hyacinten worden de uitgebloeide bloemstengels verwijderd. Als je de bollen wilt bewaren laat je de planten staan tot het blad helemaal is vergeeld. Pas als het blad helemaal geel is, kun je de bollen rooien en tot het najaar in droge turf bewaren.
  • De zomerbloeiende bol- en knolgewassen (dahlia, canna, gladiolen, begonia´s,…) moeten dringend de grond in om tijdens de zomer rijkelijk te kunnen bloeien.

De moestuin:

  • oogsten van de vroege groenten zoals de radijsjes, sla, asperges,…
  • aanaarden van de vroege aardappels
  • Buiten zaaien en planten:
    sluitkool, rode bietjes, wortelen, witloof, sla, erwten, boontjes, radijs, knolrapen,…
    planten van seldersoorten, uitplanten van prei, pompoenen, courgettes,
  • Geef bij droog weer regelmatig water
  • Uitdunnen van de op rijen uitgezaaide groenten.

De fruittuin:

  • stro leggen onder de aardbeiplanten + de uitlopers verwijderen.
  • kersen en pruimen mogen nu gesnoeid worden.

De vijver:

  • Haal overtollige planten zoals eendenkroos en algen uit de vijver.
  • Dus de snel groeiende en woekerende waterplanten uit.
  • Het is nu de tijd om nieuwe planten in de vijver te zetten.
  • Vorstgevoelige soorten als de mosselplantjes en de waterhyacint kunnen nu ook de vijver in.
  • Verplant eventueel bepaalde soorten zoals de waterlelie, deze kunt u tevens in stukken breken en apart opplanten. De waterlelie heeft een kleiachtige grond nodig om goed te kunnen bloeien.
  • Controleer of de vissen geen ziekten hebben, indien nodig behandel ze dan.
  • Nu het terug warmer is worden de vissen terug actiever en mogen ze regelmatig voeder krijgen.
  • Wees tijdens de schoonmaak voorzichtig met kikkers en salamanders.

Kuipplanten, perkgoed en eenjarigen:

  • Eenjarigen en kuipplanten die niet tegen de nachtvorst kunnen, mogen pas vanaf 15 mei na de ijsheiligen naar buiten
  • Eenjarige planten en bloemenweides kunnen buiten ter plaatse worden gezaaid.
  • Opvullen van de bloembakken
Juni

In de zomer is het extra genieten van uw tuin. Alles groeit en bloeit. Onze tuintips helpen u, het mooiste van uw tuin te maken en er nog meer plezier van te hebben.

  • Rozen bemesten en uitgebloeide bloemen verwijderen
  • Verleng bloeitijd door uitgebloeide bloemen van kuipplanten en vaste planten te verwijderen
  • Bladhoudende heggen eind van de maand snoeien
  • Maai het gazon niet als het zonnig is, dit voorkomt verbranding van het gras
  • Planten die al gebloeid hebben delen en verplanten
  • Bestrijden van schadelijke insecten
  • Niet meer planten in de vijver
  • Geef planten ’s ochtends water, ’s avonds blijven ze nat en kan er schimmel ontstaan
  • Onkruid verwijderen

Meer tips voor de maand juni

De haag: een verrijking in uw tuin!
Een haag geeft uw tuin niet alleen een fraaie uitstraling, het kent ook enige functionele eigenschappen. De meest voorkomende is wel privacy. Een muur of schutting dient hetzelfde doel, maar het geeft lang niet dezelfde sfeer in tuin als een haag! Een hoge haag is ideaal om uw tuin aan de aandacht van vreemden te laten ontsnappen.
Als windscherm doet zo’n haag het ook uitstekend. Beter dan bijvoorbeeld een stenen muur, wat u wellicht niet zou verwachten. Door de planten neemt namelijk de kracht van de wind af en wordt de lucht gefilterd. Een muur vormt daarentegen een barrière en verhoogt daardoor de turbulentie in uw tuin.

Uw oprit kunt u ook verfraaien door kleine haagjes langs breide kanten te plaatsen. Evenals het pad door uw tuin. Op deze manier zijn de lijnen in uw tuin duidelijk weergegeven, wat een verzorgde uitstraling geeft.

Aandachtspunt
Waar u bij een ´levende afscheiding´ wel op moet letten, is dat deze voedsel en vocht onttrekt aan de grond. Als er een bloemenborder of gazon op aansluit, gaat u dat merken aan uw planten! In zo’n geval is het verstandig om de wortels van een haag (vooral van liguster) af te steken. Daardoor groeit de haag minder snel.

Wortels afsteken doet u door 30 à 40 cm vanaf de haag, zo´n 1,5 spade diep een greppel te graven. Vaak heeft u baat bij het ingraven van asfaltpapier of een rubberfolie strip om het ‘concurrentieprobleem’ langdurig te verhelpen. Wordt de groei van de wortels op die manier belemmerd? Dan is het wel noodzakelijk om minstens éénmaal per groeiseizoen te mesten, bijvoorbeeld in maart. Eventueel kunt u dit herhalen in juni.

Uw haag snoeien
Een haag kunt u gemakkelijk aanpassen op de stijl van uw tuin. U kunt daarbij kiezen tussen een vrije haag of een vorm haag.

Vrije haag
In het bezit van een flinke tuin? U kunt er dan voor kiezen de haagplanten volledig uit te laten groeien. Dat betekent natuurlijk niet dat u deze niet hoeft te onderhouden! Het is belangrijk dat u ervoor zorgt dat de onderste takken ook voldoende licht krijgen. De struiken moeten daarom wel jaarlijks enigszins gesnoeid worden. Alle te ver uitstekende takken knipt u dan af. Alle dode en zieke takken verwijdert u daarbij uiteraard ook. Op den duur wordt de vrije haag erg breed. Vandaar dat deze eigenlijk alleen geschikt is voor een grote tuin.

Vormhaag
Wanneer u een haag smal en in goede vorm wilt houden, betekent dat regelmatig snoeien. Als u dit verwaarloost, wordt de haag niet alleen erg breed, maar van binnen vaak ook kaal. Voorkom dit door ieder groeiseizoen een aantal keren te snoeien met de (elektrische) heggenschaar. De juiste vorm van een haag is van boven smaller dan van onderen. Op deze wijze kan er voldoende licht doordringen tot de onderste takken, zodat ze mooi groen blijven. De onderkant net zo breed als de bovenkant is eventueel ook een optie. Maar als de bovenkant van de haag breder is dan de onderkant, wordt hij alsnog binnen enkele jaren kaal door gebrek aan licht. De beste werkwijze bij het snoeien is van onderen naar boven; dus eerst de zijkanten dan de bovenkant. Om de juiste hoogte aan te geven kunt u een touwtje spannen.

Koester uw gazon
Mensen kunnen ontzettend genieten van een overdosis zon. Uw grasmat lijdt er op den duur echter onder. Zorg zomers daarom goed voor uw gazon als u het mooi groen en gezond wilt houden!

Alles op een rijtje:

  • Controleer het gazon op zieke plekken.
  • Grote mosplekken kunnen met ijzersulfaat bestreden worden.
  • Treft u mos aan in uw gehele gazon? Daarop is het antwoord: verticuteren*).
  • Verticuteren is ook een goede manier om oude en dode grasresten te verwijderen.
  • Steek de grasranden af. Dit gaat gemakkelijker wanneer de grond ietwat vochtig is.
  • Het gazon moet nu ook weer regelmatig gemaaid worden.
  • Voor het mooiste resultaat geeft u uw grasveldje maandelijks mest.
  • Blijft er water staan of zijn sommige plekken erg nat? Steek dan met een mestvork in de grond en beweeg even licht heen en weer. Op deze manier kan het water dieper in de grond weggewerkt worden.
  • Bij aanhoudend mooi weer dient u uw gazon regelmatig besproeien!

Zomersnoei in juni
In juni wordt er niet heel veel meer gesnoeid. Toch is er altijd leven in uw tuin dat uw aandacht nodig heeft. Bijvoorbeeld uw geënte rozen, Rododendrons, bonte planten en clematissen.
Groene takken aan de bonte klimop
Groen tussen de bontgekleurde of gele cultuurvormen van bepaalde sierplanten vraagt om ingrijpen. Tenminste, als u de bontgekleurde variant mooier vindt dan de oorspronkelijk groene plant. Sommige bonte soorten hebben sterk de drang om weer normaal (dus groen) te worden. Voorbeelden hiervan zijn de bontbladige klimop, de bonte liguster en de kardinaalsmuts. Als de nieuwe groei weer op gang komt, ziet u duidelijk waar groene takken verschijnen. Snoei deze zorgvuldig weg om overheersing hiervan te voorkomen.

Wilde scheuten in rozen
Tuinrozen worden vaak geënt op een onderstam, die dient als een soort ‘hulpmotor’ voor groei en bloei. De plaats waar de takken op de onderstam worden geënt, heet occulatieplaats. Een kleine beschadiging op de geënte plek, kan de onderstam stimuleren uit te lopen. Die wilde scheuten uit de onderstam groeien ongelooflijk hard. Binnen enkele jaren zijn ze zo overheersend, dat de eigenlijke plant bijna helemaal verdwenen zal zijn. U kunt ze dus maar beter meteen wegnemen, en het liefst zo diep mogelijk.
Een wilde scheut herkent u aan het andere blad en de afwijkende stekels. De blaadjes van de wilde onderstam zijn altijd smaller dan die van de tuinroos zelf. Volg de scheut tot het punt van de oorsprong. Zit dit onder de oculatieplaats, dan is de scheut een uitloper van de onderstam. Draai en scheur de uitloper bij de oorsprong af. Trek wel tuinhandschoenen aan! Snijd of knip hem nooit af! Daarmee bevordert u juist de groei van uitlopers.

Uw Rododendron uitgebloeid?
Hoewel je eigenlijk niet van een echte snoei kunt spreken, is het verwijderen van de uitgebloeide bloemen van rododendrons toch een soort van snoeien. Half juni zijn de meeste rododendrons uitgebloeid. U kunt de uitgebloeide bloemen voorzichtig weghalen. Vooral met beleid, want de kans bestaat dat u anders de al aanwezige slapende knop beschadigt. Breek de uitgebloeide bloem tussen duim en wijsvinger uit de plant, zo wordt zaadvorming voorkomen. Alle energie ten goede komen aan de verdere ontwikkeling van de bloem. Dit bevordert een rijke en vollere bloei in het volgende voorjaar.

De clematis topzwaar of te breed?
De bloei van vroegbloeiende clematissen komt langzamerhand tot einde. Dan wordt het tijd om te kijken wat u kunt snoeien. Tot deze groep clematissen behoren onder andere de cultivars van de Clematis montana.
Normaal gesproken kunt u de snoei beperken tot het wegknippen van wat te dunne takjes en dood hout. Maar soms hebben deze klimplanten ook een flinke snoeibeurt nodig. Als de plant veel warrige takken heeft gekregen bijvoorbeeld. Of als hij te zwaar, te breed of te hoog is geworden. Snoei dan in juni een deel van de ranken die al gebloeid hebben diep terug. Er worden daar weer nieuwe takken gevormd. Weliswaar zullen deze het volgende voorjaar niet of nauwelijks bloeien, maar in het jaar daarop weer volop. U houdt zo de eerste jaren de groei wat beter in de hand. Wanneer u altijd boven een scheut snoeit, kan de plant weer mooi uitlopen.

Klimrozen snoeien
Klimrozen zijn eigenlijk geen echte klimplanten, want ze hebben geen slingerende rankjes, zoals de druif of de clematis. Ook ontbreekt het ze aan zuignapjes, die we bij de klimop aantreffen. Klimrozen zijn daardoor niet zelfhechtend en kunnen alleen maar klimmen met een beetje hulp van u door middel van leiden, opbinden en snoeien.

Bloei
Normaal gezien bloeien rozen tijdens twee periodes in de zomer:
• Juni-juli: op de ontstane scheuten van de wintersnoei.
• Augustus: op de zogenaamde augustusscheuten, die onderaan diep in de struik ontstaan.
Door de rozen ook in de zomer een snoeibeurt te geven, ontstaat er een extra bloeiperiode. De snoei veroorzaakt ontwikkeling van nieuwe scheuten, die in de (na)zomer nog bloemen geven.
De zomersnoei is niet zo bekend. Het grote verschil met de wintersnoei is dat de takken in gesnoeid worden tijdens de groeiperiode in plaats van tijdens de rustperiode.

Snoei voor extra bloei!
Als u alle uitgebloeide takken laat staan, wordt al het voedsel gebruikt voor de zaadvorming in de rozenbottels. Dit komt ten nadele van de bloei.
Planten richten zich namelijk alleen op voortplanting. Wanneer de zaadvorming wordt onderbroken door het terugsnoeien, gaat de plant opnieuw bloeiende scheuten ontwikkelen. Zo verzekeren ze zichzelf van nageslacht. Als de uitgebloeide takken in gesnoeid worden, worden ze geprikkeld tot nieuwe bloei tijdens de zomer of het najaar.
Als de eerste scheuten uitgebloeid zijn, kunt u aan de zomersnoei beginnen. Het begin van die snoei zal vooral afhankelijk zijn van de weersomstandigheden. Normaal gezien begint de zomersnoei rond eind juni en zal eindigen rond half augustus. Na deze periode zijn de weersomstandigheden minder gunstig (koudere nachten, kortere dagen), er zullen zich dan nog wel scheuten ontwikkelen maar deze hebben te weinig kracht om nog bloemen te geven.

Zomersnoei
De nieuwe bloeischeuten ontstaan in de ‘ oksel’ van een blad. Hier is de keuze van het blad zeer belangrijk voor het beste resultaat. Rozen bestaan uit samengestelde bladeren. Men heeft bladeren die 5-tallig (5-blad) zijn en andere die 3-tallig (3-blad) zijn. De scheut die uit een oksel van een vijfblad ontstaat, geeft de mooiste bloemen.

  1. Selecteer op de rozenstruik de uitgebloeide scheuten, die sterk en gezond zijn.
  2. Zoek op de bloemstengel naar een vijfblad (ongeveer op de helft á tweederde van de tak.)
  3. Vervolgens snoeit u de uitgebloeide scheuten één à twee centimeter boven het gekozen vijfblad in.
  4. Nu zal er geen bottelvorming plaatsvinden, maar er zal zich een nieuwe scheut ontwikkelen in de oksel van het blad. Door de optimale groeiomstandigheden (warmte, lange dagen, zon en vochtigheid) wordt de rozenstruik dan binnen enkele weken voorzien van nieuwe bloemen.

Deze zomersnoei is zowel geldig bij struikrozen, stamrozen als klimrozen. Bij deze laatste komen uiteraard enkel de doorbloeiende soorten in aanmerking.
Zo kunt u met een beetje extra zorg een hele zomer lang genieten van mooi gesnoeide struiken en een kleurrijke bloemenpracht!

Juli

Op de lange en warme zomeravonden kunt u lekker ontspannen! Borders vol van kleur, heerlijk geurende kruidentuintjes en moestuinen met smakelijke gewassen. Tijdens deze hoogtijdagen is het genieten van het uitbundige planten- en dierenleven in uw tuin!

  • Planten en vooral kuipplanten vroeg in de morgen water geven
  • Kuipplanten elke week mest geven
  • Indien nog niet gedaan, nu de tuin bemesten
  • (Uitgebloeid) vaste planten kunnen nu terug geknipt worden tot 5 cm boven de grond om 2e bloei te bevorderen
  • Verwelkte bloemen uit vaste planten knippen voor een zo lang mogelijke bloei
  • Uitlopers van klimplanten afknippen of opbinden
  • Luizen e.d. bestrijden
  • Alle hagen mogen worden gesnoeid
  • Elke week gras maaien
  • Onkruid blijven bestrijden

Meer tips voor de maand juli

Bewatering van uw tuin
Planten en gewassen bestaan voor een groot deel uit water. De waterstroom van de wortels naar de bladeren vervoert de opgenomen voedingsstoffen naar hun plek. Daarom is het belangrijk dat er voldoende water voorradig is. Planten maken zelf uit anorganische stoffen de benodigde groeistoffen, waarbij de wortels en bladeren de belangrijkste rol spelen. Via de wortels wordt water (met daarin aanwezige zouten) uit de bodem opgenomen. Met de bladeren haalt de plant koolzuurgas uit de lucht. Zo wordt al het noodzakelijke organische materiaal opgebouwd.

Waterbehoefte
De hoeveelheid water waaraan behoefte is, verschilt sterk per gewas, groeistadium en variëteit. Houdt u altijd in de ogenschouw dat teveel water even schadelijk kan zijn als een tekort hieraan! Een te vochtige grond veroorzaakt veelal ziektes en schimmels, terwijl een verzadigde grond weer verstikking teweeg kan brengen. Daarnaast wilt u natuurlijk ook niet geconfronteerd worden met een te hoge waterrekening! Nog een reden om gedoseerd met water om te gaan…

Water bij het planten
Als we heesters, coniferen of bomen plant, giet u water in de plantput. Dit water is bedoeld voor de groei van de wortels. Vochtige wortels vormen nieuwe haarworteltjes, droge wortels niet. Hierdoor kan de plant geen water meer opnemen en droogt tenslotte uit.

Sproeien
Waterdruppels werken bij zonlicht als een vergrootglas, waardoor brandplekken ontstaan in uw gazon. Daarnaast verdampt gedurende de middag het meeste water meteen. Des te meer redenen om niet tijdens de middaguren te sproeien. De vroege ochtend of namiddag zijn de meest gunstige tijdstippen.
Daarnaast heeft het de voorkeur om tweemaal per week langdurig te sproeien in plaats van dagelijks een paar minuten. Wanneer u kort sproeit, dringt het water nauwelijks in de grond en bereikt de wortels vrijwel niet.
Een kort gazon dat op droge (zand)grond ligt, kunt u beter wel iedere dag even sproeien. Anders wordt het bruin.

Hulpmiddelen

Gieter
Natuurlijk zijn er verscheidene hulpmiddelen om uw tuin zorgvuldig te bewateren. De meest bekende, tevens eenvoudige is de gieter. Houdt u bij de aanschaf rekening met het volgende: Eenmaal gevuld kan de gieter zwaar worden. Kiest u daarom voor een grootte die bij uw draagkracht past. Met een te kleine gieter moet u wellicht wat vaak heen en weer lopen.

Tuinslang
U bespaart uzelf een hoop inspanning met het gebruik van een tuinslang. Uiteraard moet er dan wel een kraan binnen bereik zijn. Let u bij aanschaf goed op de kwaliteit, aangezien u anders binnen korte termijn te maken krijgt met knikken en scheuren in de slang. Tuinslangen die zijn versterkt met nylon draad of pvc verdienen de aanbeveling.
Voor de duurzaamheid van uw slang bewaart u het na gebruik het beste in de schaduw en volledig opgerold. Dit voorkomt onnodige beschadigingen en slijtage.

Broes
Dit is een verstelbare ‘douchekop’ aan een uitrekbare slang. De compacte omvang van de broes maakt hem ideaal voor bewatering op balkon of het terras!

Uw gazon gezond houden
Een gezond en groen gazon geeft een frisse uitstraling aan uw tuin. In de zomer krijgt het gras het nogal eens te verduren. Hoge temperaturen en een hoge vochtigheidsgraad zijn belangrijke oorzaken daarvan. We geven u wat nuttige tips voor de komende maand mee:

Maaien
Maait u het gazon regelmatig. Uiteraard is dit afhankelijk van de groei. U kunt uitgaan van gemiddeld één á twee keer per week. In droge periodes met aanhoudende zon kunt u beter minder vaak maaien en het gras wat langer houden. Een te kort gazon loopt dan namelijk het risico te verbranden (geel worden). Maait u bij warm weer het liefst ’s avonds om uitdroging te voorkomen. Met de verse sneden van het maaien verdampt het vocht in de grond veel sneller.

Kanten knippen
Wanneer u de randen van uw gazon ook bijhoudt, draagt dat bij aan een nette uitstraling van uw tuin. Tevens hoeft u zo maar eenmaal per jaar (lente) de randen helemaal opnieuw af te steken. De kanten kunt u knippen met een kantenschaar of een trimmer met nylon snijdraad. Haalt u vervolgens wel het afval weg? Zo zorgt u ervoor dat niets doorgroeit in paden en/of bedden.

Mest
Met een dosis gazonmest zorgt u voor sterke wortels. Dit maakt dat uw grasmat weer snel kan herstellen. Voor een mooi resultaat bemest u het gazon deze maand met kalkammonsalpeter. We adviseren altijd de aanwijzingen op de verpakking te hanteren. Buiten dat het geen nut heeft om de oplossing te versterken, kan het ook schade aanrichten. Er zullen dan gele plekken in het gras ontstaan.

Vaste planten snoeien in juli
Vaste planten hoeven in de zomer niet écht gesnoeid te worden, maar ze vragen wel wat aandacht. Om ervoor te zorgen dat ze op hun best en zo lang mogelijk bloeien, hebben ze enige begeleiding nodig.

  • Blijf uitgebloeide bloemen verwijderen. Dit stimuleert de bloei en groei van uw plant. Als u dit niet doet, gaan de planten zaad vormen. Hierdoor zou u minder lang van de bloei kunnen genieten!
  • Oosterse papavers en tuingeraniums die zijn uitgebloeid, mag u met een heggenschaar tot vlak boven de grond afknippen.
  • De uitgebloeide scheuten van hoge vaste planten, zoals Ridderspoor, kunnen het best worden afgeknipt. Zo is er grote kans op nieuwe scheuten en dus nieuwe bloei.
  • Veel vaste planten hebben extra ondersteuning nodig als ze groeien. Plaats enkele stokken rond de plant en verbind deze met touw.
  • Uw vaste planten krijgen graag wat organisch meststof en uiteraard voldoende water!

Verzorging van heesters en bomen in de zomer
Bij de verzorgingssnoei zijn er vier algemene regels. Hierbij wordt het volgende verwijderd:

  • ‘Wildoplag’ en ‘terugloop’
    Bij planten die geënt zijn, kunnen er op de onderstam nieuwe scheuten vormen (wildopslag). Afhankelijk van de plaats van enting, kunnen deze zowel uit de grond komen als op de stam. Deze scheuten moeten zo snel mogelijk worden weggehaald. Doet u dit zo kort mogelijk, zodat er geen knoppen meer aan zitten die uit kunnen lopen.
    Terugloop komt voor bij bontbladige planten. Ze krijgen dan één of meer scheuten
    met groen blad. Dit groene gedeelte groeit sneller dan de bontbladige. Verwijder dit daarom zo snel mogelijk, anders is uw hele plant in een mum van tijd groen.
  • Dode en zieke takken
    Omwille van de gezondheid van uw plant is het van belang dat u zieke takken tot ruim in het gezonde deel snoeit. Zo voorkomt u niet alleen verdere aantasting, maar ook infectiegevaar met het snoeigereedschap.
  • Gebroken takken
    Wanneer een tak gebroken is, ontstaan er op de plaats van de breuk vaak nieuwe scheuten. Meestal bevindt deze plek zich niet vlak boven de grond, waardoor dit de natuurlijke groeivorm aantast. Het is daarom aan te bevelen om deze te verwijderen.
  • Kruisende en schurende takken
    De stand van de takken loopt niet altijd gestroomlijnd. Doordat ze tegen elkaar aan groeien, kunnen er schuurwonden op takken ontstaan. Infectieplaatsen of zwakke plekken zijn vaak het gevolg. De boosdoener is meestal de tak die de natuurlijk groeivorm verstoort. Snoeit u deze zo diep mogelijk in.

Heesterrozen
U stimuleert de bloei en groei van rozen wanneer u de uitgebloeide bloemen eruit blijft knippen. Vaak knipt men slecht de oude bloemen weg. Als u wilt dat de roos tot in de herfst doorbloeit, zult u hem echter terug moeten knippen tot een lager gelegen knop in een bladoksel.
Tip: Kies een vijfblad dat naar buiten staat. Dan groeit de nieuwe scheut ook naar buiten en blijft het hart van de struik open.

Coniferenhaag
Veel coniferen groeien erg snel. Als u niet wilt dat hij uw tuin gaat overheersen, moet u hem regelmatig snoeien. Minimaal twee keer per jaar, afhankelijk van de daadwerkelijke groei. Werpt u deze maand eens een blik op uw haag om te kijken of deze wat aandacht nodig heeft.

Augustus

Augustus is een maand om van uw tuin te genieten. De warmste zomermaand, het mooiste weer. Maar hoge temperaturen kunnen ook een probleem zijn. Wij hebben de tips voor u.

  • Alle hagen kunnen ook nu nog geknipt worden
  • 1 keer per week paar uur lang gras sproeien maar niet bij volle zon
  • Vijverbeplanting uitdunnen indien nodig
  • Gazon verticuteren en inzaaien indien nodig
  • Bloemen van uitgebloeide lavendel en rozen verwijderen
  • Gras maaien en graskanten steken
  • Onkruid verwijderen
  • Snoei coniferen en naaldbomen
September

De zomer is nog lang niet voorbij! September is een prachtige tuinmaand, waarin er nog genoeg in uw tuin is om van te genieten. Laat u verrassen door de charme van de nazomer. Net zoals iedere maand geven wij u ook voor september graag wat tips mee!

  • Border aanvullen met winter- en lentebloeiers
  • Hoge planten opbinden ter bescherming tegen herfststormen
  • Voorjaarsbloeiende bollen planten
  • Laatste maand om coniferen te snoeien
  • Onkruid blijven verwijderen
  • Uitgebloeide bollen en knollen nu uit de grond halen
  • Haal gevoelige kuipplanten naar binnen

Wat kunnen we in september in de tuin doen?

Siertuin – plantenborders:

  • September is een goede maand om vaste planten in de tuin aan te planten. De grond is nu nog voldoende opgewarmd waardoor de wortels er nog goed zullen in verankeren vooraleer de winter zich laat voelen. In september kun je de vaste planten ook nog uitgraven om ze te scheuren en de jongste buitenste delen mogen dan terug de grond in
  • Groenblijvende heesters (struiken), coniferen (sparren) mogen in september verplant worden.
  • Heb je grote struiken of coniferen in de tuin die je pas volgend voorjaar kan verplanten dan doe je er goed aan van deze nu al eens rondom met de spade af te steken. Op deze manier zal de plant de komende maanden vele nieuwe haarworteltjes aanmaken waardoor ze zich makkelijker zal laten verplanten het komende seizoen.
  • Denk er tijdig aan om zaden te oogsten voor volgend jaar. Bewaar de zaden donker en droog.
  • De winterbloeiende planten verschijnen in de tuincentra en kunnen in de komende maanden de tuin wat opfleuren. Naast bloemen zoals viooltjes of winterheide (Erica´s) kunnen ook sierkolen, bessendragende struiken of heesters met mooie takken voor kleur zorgen in de wintertuin.
  • De hagen zijn nu al een tijdje gestopt met groeien. Wil je een hele winter kunnen genieten van een vrij strakke haag, dan is het nu de moment om deze een goede snoeibeurt te geven.
  • Snoeivormen van buxus, liguster, taxus, klimop,… kunnen geschoren worden. De afgeschoren buxustakjes kunt U gebruiken om zelf stek van te nemen. Bekijk ook het artikel buxus stekken
  • Zorg er bij het snoeien van hagen steeds voor dat de onderkant breder is dan de bovenkant. Door deze tapse haagvorm kan het zonlicht tot onderaan in de voet van de haag.

Gazon:

  • Het gras groeit nog steeds en wordt regelmatig afgemaaid.
  • Gras zaaien in september is interessant daar de bodem nog voldoende warm is om op een korte tijd een mooi gazon te doen verschijnen.
  • De graszoden die worden gelegd voor de aanleg van een gazon zullen nu nog snel inwortelen.
  • Lelijke plekken of putten in het gazon kunnen worden verwijderd om daarna terug in te zaaien.
  • Afgevallen bladeren regelmatig van het gazon verwijderen met een hark of door er met de grasmaaier overheen te rijden en ze via de opvangbak te verzamelen.
  • Verwijder het overtollige mos met een verticuteermachine.

Bloembollen en -knollen:

  • Het is vanaf nu het moment om voorjaarsbloeiende bloembollen zoals tulpen, narcissen, krokussen,… aan te planten.
  • Voor de plantdiepte gebruikt men vaak als stelregel 3 maal zo diep als de hoogte van de bol in kwestie oftewel 2 maal de hoogte boven de bol houden. In een kleigrond kan je beter wat hoger planten: 2 x zo diep. Zorg ervoor dat de bolvoet goed in contact komt met de bodem zodat deze voor de winter nog nieuwe wortels kan vormen.
  • Voor het bekomen van een natuurlijke plantwijze strooi je de bollen over het plantperceel uit met de losse hand en plant ze dan uit daar waar ze neergekomen zijn.
  • Zomerbloeiers zoals de dahlia en de begonia zullen langer doorbloeien als de uitgebloeide bloemen regelmatig verwijderd worden.

Fruittuin:

  • Bij droog weer kunt U appels en peren plukken. Oogst ze voorzichtig zodat ze zich niet kwetsen en langer kunnen bewaren. Nat geoogste appels zijn vatbaarder voor rotting.
  • Verwijder regelmatig het afgevallen fruit zodat het geen ziektes kan overdragen. Overrijpe peren en appels zijn trouwens ook een aantrekkingsbron voor wespen.
  • Hou de grond onder de fruitbomen vrij van alle onkruid,… Zoniet zullen deze het voedsel verbruiken dat voor de vruchtbomen bestemd is.
  • Naast appels en peren worden deze maand ook volop pruimen, vijgen, bramen,… geoogst.
  • Aangezien bij aardbeien de vruchtzetting voor volgend jaar zich in het najaar ontwikkeld is het aangewezen om nog wat compost toe te dienen.
  • Na de laatste oogst van de frambozen kun je de stengels die vruchten hebben gedragen tot aan de grond afsnijden. Volgend jaar verschijnen de frambozen dan aan de nieuw gevormde grondscheuten.
  • Om de druiven sneller te laten rijpen en smakelijker te laten worden kunnen de bladeren rond de druiventrossen worden verwijderd. Controleer de trossen regelmatig op zieke bessen zodat deze tijdig verwijderd kunnen worden.
  • Door kleefbanden of boomlijmbanden rond de stammen van jouw fruitbomen te planten voorkom je dat de vleugelloze wijfjes van de wintermot langs de stammen omhoog kruipen. Op die manier kan ze daar geen eitjes afzetten waar in het voorjaar rupsen uit komen die de bladeren ernstig aanvreten.

Vijver:

  • Leg je in september een vijver aan, dan kun je deze alvast goed opstarten zonder dat er zich snel algen zullen vormen. Voor de algengroei zijn de dagen stilaan te kort en te koud geworden. Voorzie na de aanleg de vijver van voldoende zuurstofplanten.
  • Vijverklusjes voor de maand september
  • Ga op één van de laatste warme dagen zelf de vijver in om de ongebreidelde groei van drijfplanten te verwijderen.
  • Vanaf deze maand kunt u stilaan gaan minderen met het voeren van uw vissen.
  • Als de bladeren van uw waterlelies omboog staan, moet u de wortelstokken ophalen en scheuren. Ze kunnen ook te ondiep geplant zijn.
  • Laat uitgedunde waterplanten een dagje op de oever liggen: dan kunnen mee gevangen diertjes nog terug naar de vijver.
  • Nu is het een goede tijd om woekerende oeverplanten in te dijken.
  • Stof op het water kunt u verwijderen door er een opengevouwen krant op uit te spreiden.
  • Haal nu al een nylon net in huis om vanaf volgende maand over het water te spannen tegen de bladval.
  • Blijf vissen controleren op schimmel, vinrot of witte stip.
  • Controleer nu al het net, dat in oktober over de vijver moet worden gespannen, op gaten.
Oktober / november

Het najaar is weer begonnen!
De bladeren vallen van de bomen en het is de hoogste tijd om in uw tuin aan de slag te gaan.
Oktober en november zijn de maanden om u tuin winterklaar te maken. Wilt u uw tuin nog aanplanten met nieuwe beplanting of bepaalde beplanting verplanten. Doe dit dan in oktober. Planten krijgen nog de tijd om zich aan te passen, voordat de winter begint. Door bij het planten het plantgat te verrijken met Vivimus worden de wortels gestimuleerd en zal de plant beter aankomen. Een zak Vivimus bestaat uit 40 liter en kost € 6,20

Ook is het weer tijd om beuken te planten. Vanaf eind oktober zijn er weer volop beuken verkrijgbaar.

Wilt u in het voorjaar bij de eerste zonnestralen genieten van een kleurrijke tuin, koop en plant dan nu bloembollen zoals narcissen en krokussen.

Ook uw gazon verdient een beetje aandacht. Met DCM Najaarsmeststof voor uw gazon creëert u een wintersterk groen gazon waardoor in het voorjaar onkruid en mos minder kans krijgt zich te ontwikkelen. De najaarsmest dient in combinatie met kalk gestrooid te worden voor een optimaal resultaat van gazon en de grond. U ziet het resultaat direct volgend voorjaar wanneer uw gazon mooier groener is dan die van de buurman.

Wilt uw tuin winterklaar maken dan moet u denken aan;
– snoeien van beplanting
– verwijderen van dooie resten van vaste planten
– bemesten van uw tuin
– blad verwijderen

Ziet u het zelf niet zitten dit te doen, neem dan vrijblijvend contact met ons op (Hoveniersbedrijf Klinkers) voor een prijsopgave van een najaarsbeurt. Tel. 06 12863710

December (wintermaand)

In deze maand kunnen we een aantal dingen in orde maken, onder andere op het gebied van ons gereedschap!

  • Het tuingereedschap die je de komende maanden niet denkt te gebruiken niet enkel schoon maken maar ook eens inoliën.
  • Stekmessen, oogstmessen, zeis, snoeischaren,… slijpen met een wetsteen.
  • Buitenkranen water aflaten en isoleren met noppenfolie.
  • De tuinslangen laten leeglopen, oprollen en wegbergen.
  • Verwijder bladafval uit uw dakgoten.
  • Op droge dagen de schuttingen, tuinhuisje of garage verven.
  • Mos / algen op de looppaden of terras verwijderen.
  • De overwinteringsplaats van de terras- en de balkonplanten controleren. Alert zijn voor ziektes en insecten en wat water geven indien nodig.
  • Maak de vogelnestkastjes in uw tuin schoon.
  • De vogels bijvoederen als het koud is. Bakje water zetten met gaas erover zodat ze er geen bad kunnen in nemen. Regelmatig verversen en zeker geen zout in het water doen.

De siertuin:

  • Verplanten van bladverliezende struiken en bomen als de grond niet bevroren is.
  • Wintergroene terrasplanten in pot zoals buxus kun je bij hevige vorst beter uit de volle zon halen om verbranding te voorkomen. Rond de potten die buiten blijven staan kun je vorstbeschermende materialen aanbrengen zodat de pot en de potkluit niet bevriest.
  • TIP: Vooraleer je de terraspotten opvult met potgrond, steek je eerst rondom een noppenfolie. Als het hard vriest zal uw vochtige potgrond gaan uitzetten, maar de druk die dit met zich mee brengt zal worden opgevangen door de noppenfolie waardoor de pot minder snel zal stuk vriezen.
  • Sneeuw van doorhangende takken afschudden zodat ze niet afbreken.
  • Winterstekken nemen van heesters.
  • Wortelstekken nemen van vaste planten zoals Acanthus, herfstanemonen,…
  • Snoeien
  • De rozenbladeren die nu nog niet vanzelf zijn afgevallen verwijderen zodat ziektes geen kans krijgen om alzo te overwinteren.
  • Zet een windscherm rond pas aangeplante groenblijvende planten. Daar de planten nog niet zijn ingeworteld, kunnen ze bij hevige vorst geen water opnemen. In combinatie met een uitdrogende wind kunnen niet beschermde planten dan ook droogvriezen. Geef deze pas geplante groene planten ook geregeld water.
  • Vorstgevoelige planten beschermen met droge bladeren, vliesdoek, stro of dennentakken. Planten nooit afdekken met plastiek want dit zorgt voor rotting. zie: vorstgevoelige planten inpakken tegen de vrieskou

Gazon:

  • Laatste bladeren van het gazon harken.
  • Loop niet op een bevroren gazon want dat zal na enkele dagen gele voetsporen vertonen.

Bloembollen en -knollen:

  • Dit is de laatste kans om voorjaarsbloeiende bloembollen te planten.
  • trek bloembollen zoals van hyacinten, amaryllissen (Hippeastrum) en narcissen in bloei.
  • De knollen van zomerbloeiers (Dahlia´s) regelmatig controleren op schimmels of muizenvraat.

Moestuin:

  • Spitten als het niet te nat is.
  • Wortelen, rode bieten,… kun je inkuilen in de serre zodat je er steeds gemakkelijk aan kan.
  • Witloof forceren
  • Oogsten van pastinaak
  • Na enkele dagen vorst zal het zetmeel in de spruitkolen worden omgezet in suikers waardoor ze zoeter zullen smaken.
  • In deze voor de moestuin stille periode is het moment aangebroken om het teeltplan voor uw volgende tuinseizoen op te stellen.
  • Groenten die later in een plastiekserre, koepel,… worden uitgeplant kunnen nu worden gezaaid. Zo kunt U op de vensterbank nu al zomerbloemkolen, sla, worteltjes, spinazie,… zaaien. Een zaaitemperatuur van 13°C is voldoende.

Fruittuin:

  • Snoeien van appels, peren, bessen + de takken versnipperen met de hakselaar
  • druiven snoeien
  • klimplanten zoals de kiwi kunnen nu gesnoeid worden
  • planten van fruitbomen
  • bescherm de boomstammen tegen konijnen en hazen door er een weringsnet rond te plaatsen
  • neem houtachtige winterstekken van rode bessen e.a.

Vijver:

  • IJsvrijhouder en luchtpomp goed controleren of alles functioneert zoals het hoort.
  • Uw vijverpomp die je uit de vijver hebt gehaald een goede onderhoudsbeurt geven. Zo kan je de rotor even ontkalken met azijn of een licht ontkalkmiddel. Na het ontkalken en goed drogen, de rotor goed insmeren met een smeermiddel, maar niet met smeerolie. Zo kan je de pomp droog wegzetten tot aan de lente.
  • Voeder met mate een licht verteerbaar visvoer, dit zo lang de vissen komen eten.
  • Het vijvernet mag nu wel verwijderd worden.
  • Als alles oké lijkt, laat dan de vijver verder met rust.
  • Mocht u een gat in het ijs willen maken, doe het dan met kokend water. Zeker niet met een bijl of ander voorwerp op het ijs slaan. Dit zorgt voor trillingen in het water waarvan de vissen en kikkers schrikken, met een dodelijke afloop tot gevolg.

Sierplanten die in december opvallen:

Bloeien:
• Mahonia x media ´Charity´
• Cyclamen coum
• Jasminium nudiflorum
• Clematis armandii ´Apple Blossom´

Bessen dragen:
• Ilex (hulst)
• Cotoneaster
• Aucuba

Mooie takken laten zien:
• Cornus alba ´Sibirica´
• Cornus sanguinea ‘Winter Beauty’
• Rubus cockburnianus
• Salix rubens ´Basfordiana´
• Acer griseum (papieresdoorn)

Advies per plantgroep
een aantal adviezen voor specifieke plantensoorten

Rozen: bemesten, aanplanten en snoeien

Als koningin der bloemen is de roos in al haar soorten een van de meest geliefde sierplanten.
Hieronder leest u meer over het bemesten, snoeien en aanplanten van rozen.

Bemestingsadvies

In een evenwichtig bemeste grond met een optimale zuurtegraad zullen uw rozen probleemloos groeien en volop bloeien. Het komt er dus op aan uw rozen correct te bekalken en te bemesten.

Kalk als levenselixir
Uw rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.

Geef uw rozen daarom jaarlijks een voldoende dosis DCM Groen-Kalk®, een snel oplosbare korrelkalk, rijk aan magnesium. Dankzij zijn korrelvorm kan deze kalkmeststof gemakkelijk en proper worden gebruikt. DCM Groen-Kalk® verhoogt op een veilige manier de pH van de bodem waardoor de aanwezige voedingselementen optimaal kunnen worden opgenomen.

Een uitgebalanceerde voeding
De roos is een erg dankbare bloem, er is geen bloeiende plant die meer teruggeeft voor wat ze krijgt. De ontwikkeling van een bloeiende roos vraagt echter veel energie. Rozenstruiken zijn dan ook grote eters, die je haast nooit te veel voedsel kunt geven. DCM Organische Meststof Rozen & Bloemen is een evenwichtige rozenvoeding met een lange werking. Strooi deze meststof een eerste keer in het voorjaar. Bemest uw rozen dan nog een tweede keer na de eerste bloeiperiode. Zo hebben ze weer voldoende energie om tot in de herfst nieuwe knoppen te vormen.

DCM Organische Meststof Rozen & Bloemen
Deze organisch-minerale meststof werd speciaal ontwikkeld om aan de behoeften van uw rozenplanten te voldoen. Ze is rijk aan kalium voor intense bloemkleuren en sterke planten, het extra magnesium zorgt voor een diepgroene bladkleur. Omdat de voedingsstoffen in deze meststof nagenoeg niet uitspoelen, wordt het milieu niet belast en kan bovendien een lange werking van minstens 100 dagen worden gegarandeerd. Op die manier geniet u een gans seizoen lang van een schitterende bloei.

Verleng de bloei
Door de verwelkte bloemen steeds nauwgezet uit de struiken te verwijderen, kan u de bloei aanzienlijk verlengen. Verwelkte rozen wegsnijden doet u best boven het eerste vijftallig blad. Uit de knop in de oksel zal een nieuwe bloemstengel groeien. Op voorwaarde dat de struik voldoende voedingsstoffen uit de bodem kan opnemen.

Snoeien

Door uw rozen te snoeien, geeft u ze de kans zich te vernieuwen. Bovendien kan u tijdens de snoei ook meteen alle zieke of dode takken verwijderen of uw planten weer in vorm knippen.

In de regel snoeit u een roos het best als ze in een rustperiode verkeert, dus vanaf het vallen van het blad in de herfst tot het uitlopen van het blad in de lente. Snoeien tijdens vorstperiodes is echter uit den boze omdat scheuten dan kunnen invriezen.

Tijdens een wintersnoei (voor de winter/vorst) snoeit u de rozenstruik best in tot op ongeveer 50 cm hoogte. (Opgelet: dit is niet van toepassing voor klimrozen!)

De eigenlijke snoei van de struikroos gebeurt best in maart. Tijdens de lentesnoei snoeit u de takken in tot op twee à drie ogen (= verdikkingen). Door te snoeien in het voorjaar minimaliseert u de kans op ernstige vorstschade.

Gebruik een goed snijdende snoeischaar voor een mooie wondsnede. Geen rozen zonder doornen, voorzie daarom ook een paar stevige handschoenen.
Maak steeds een mooie schuine snede zodat het water wegloopt van de knop en niet op de knop loopt.

Aanplanten

Door enkele eenvoudige basisregels in acht te nemen, maakt u het deze planten al snel naar hun zin en zullen ze u de hele zomer lang met een rijke en volle bloei verwennen.

Rozen houden van:
* Een zonnige standplaats zodat ze kunnen genieten van elk sprankje licht.
* Voldoende beschutting tegen kille wind.
* Een goed doorlaatbare grond voor sterke wortels, gemakkelijke opname van voedingsstoffen en
een goede vochthuishouding voor warme zomerdagen. Rozen houden immers niet van
stagnerend water ter hoogte van de wortels.
* Voldoende voedingsstoffen die voor prachtige bloemen zorgen, een hele zomer lang.
* Een neutrale tot licht alkalische zuurgraad (pH tussen 6,5 en 7,5) van de bodem. Rozen zijn
kalkminnend; een voldoende hoeveelheid kalk in de bodem komt dus zeker van pas.

Hoe te werk gaan bij de aanplant van rozen?
De basis van elke mooie roos is een stevig en gezond wortelstelsel. Bij het aanplanten van rozen is het daarom verstandig de bodem optimaal aan hun behoeften aan te passen. Een goede bodem bevat voldoende humus van goede kwaliteit. Deze zal de inworteling in hoge mate bevorderen.

Door bij het aanplanten DCM Vivimus® Rozen & Bloemen in het plantgat te mengen, verbetert u de bodem en zorgt u ervoor dat hij voldoende humus, lucht en voeding bevat.
DCM Vivimus® Rozen & Bloemen voor een snelle inworteling en een geslaagde aanplanting
De specifieke samenstelling en het hoog gehalte aan organisch materiaal bevorderen de activiteit van het bodemleven en zorgen voor een humusrijke grond
De bodem krijgt een luchtige en kruimelige humusrijke structuur die een snelle beworteling bevordert.

De bodem droogt minder snel uit omdat de humus het vocht beter vasthoudt. Het blijft ter beschikking van de nog tere wortels. DCM Vivimus® Rozen & Bloemen brengt de bodem in een optimale conditie en spreidt uw rozen een ideaal bedje.

Rhododendrons, azalea’s en andere zuurminnende planten

Planten zoals rhododendrons, azalea’s, heideachtige, pieris enz. gedijen niet overal even goed, ze stellen erg specifieke eisen. Op hun verlanglijstje staat eerst en vooral een zure grond en verder stellen zij ook een aangepaste voeding erg op prijs.

Zure gronden, waar zuurminnende planten, zoals azalea, rhododendron, heide, hortensia enz., van nature groeien, zijn minder goed in staat om voedingselementen vast te houden. Het is dan ook logisch dat zuurminnende planten gevoelig zijn aan zoutstress en overbemesting. Geef daarom een zacht werkende organische meststof zoals DCM Organische Meststof Rhodo, Hortensia & Azalea. Dankzij de aangepaste samenstelling is deze meststof ideaal geschikt voor zuurminnende planten. Ze verzuurt de bodem lichtjes en bevordert een rustige groei en rijke bloei. De aanwezigheid van extra magnesium en ijzer in deze meststof zorgt bovendien voor glanzende, gezonde, diepgroene bladeren.

Geef zuurminnende planten nooit kalk. In tegenstelling tot bij andere planten, bemoeilijkt kalk de opname van de voedingselementen bij zuurminnende planten.

Zuurminnende planten hebben verder een hekel aan natte voeten. Geef daarom liever regelmatig kleine hoeveelheden water dan slechts nu en dan grote hoeveelheden. Ook een goede grondstructuur en drainage zijn belangrijk om wortelproblemen te voorkomen.

De aanplanting van rhododendrons, azalea’s en andere zuurminnende planten.
Niet alle planten hebben dezelfde ‘smaak’. Sommige planten hebben het nu eenmaal liever zuur. Omwille van genetische eigenschappen en de bodemgesteldheid in hun gebieden van herkomst, is het wortelstelsel van zogenaamde zuurminnende planten van die aard dat het pas onder zure bodemomstandigheden voedingselementen optimaal kan opnemen. Dit verklaart waarom bijvoorbeeld azalea’s en rhododendrons niet in elke tuin even goed gedijen. Hoe maakt u het deze planten naar hun zin?

Zuurminnende planten zoals azalea, rhododendron, heide (Erica, Calluna), blauwe hortensia, skimmia, camellia, pieris, brem… vragen een luchtige, goed doorlatende en eerder zure grond (pH 4,5-5,5). Bij een te hoge pH zullen deze planten de nodige voedingselementen niet optimaal kunnen opnemen en zullen ze al vlug lichtgroene of zelfs gele bladeren vertonen door bijvoorbeeld ijzergebrek. Daarom is het erg belangrijk om ze in een bodem met een correcte pH aan te planten. Door de juiste bodemverbeteraar te gebruiken, kan u heel eenvoudig de ideale bodemcondities creëren.
Als verzurende bodemverbeteraar kunt u Tuinturf gebruiken bij het aanplanten.

IN EEN BESTAANDE TUIN
Door jaarlijks een laag van enkele centimeter DCM Tuinturf en DCM Rhodo, Azalea & Hortensia meststof in de toplaag van de bodem te mengen, behoudt de grond een optimale zuurtegraad en structuur voor uw zuurminnende planten en droogt hij minder snel uit. Zorg ervoor dat u de wortels van de planten niet beschadigt bij het inmengen.

Buxus

Geen tuin zonder buxus. Dat is logisch, want hij is een mooie verschijning die ook de winterse tuin structuur en kleur geeft. Een buxus met gele blaadjes verliest echter alle charme.
Door uw buxus regelmatig te bekalken en te bemesten kunnen al heel wat problemen vermeden worden. Geel blad bij buxus duidt immers vaak op een gebrek aan voeding in de grond of op een te zure grond die te weinig kalk bevat, waardoor uw buxus de voedingsstoffen niet goed kan opnemen.
Buxus bekalken en bemesten, ..

Buxus is een sterke plant die veel kan verdragen. Op één voorwaarde: dat hij krijgt wat hem toekomt, namelijk voldoende kalk en een uitgebalanceerde voeding.

Kalk
Buxus is een kalkvreter. Hij heeft dus veel kalk nodig. Zonder kalk kan hij onvoldoende voedingsstoffen opnemen. Hij zal dan niet groeien zoals verwacht en vaak ook gebreksziekten vertonen zoals gele of bleke bladrandjes. Dat tekort aan kalk kan gemakkelijk voorkomen worden met een jaarlijkse onderhoudsbekalking. DCM Groen-Kalk® is een zachtwerkende, gekorrelde kalk die vlot oplost en een hoog gehalte aan magnesium bevat, een element dat de bladeren een diepgroene kleur geeft. DCM Groen-Kalk® kan in de tuin in de volle grond gebruikt worden of voor buxus in pot op het terras. Hij verhoogt op een veilige manier de pH van de grond waardoor de buxusplantjes de voedingsstoffen optimaal kunnen opnemen en gebreksziekten voorkomen kunnen worden.

Aangepaste voeding
Naast kalk heeft uw buxus ook een aangepaste voeding nodig. Voor buxus kiest u best een meststof met een evenwichtige verhouding tussen stikstof en kalium voor een compacte groei en een goede afharding in het najaar. DCM Organische Meststof Buxus bevat bovendien extra zeewierkalk voor een optimale zuurtegraad en magnesium voor een frisgroene kleur van uw buxus. De vrijstelling van de voedingsstoffen gebeurt geleidelijk volgens de noden van de plant.

Omdat buxus een struik is die vlot en continu wil groeien, geeft u hem tijdens de groeiperiode best ongeveer om de 100 dagen een bemesting met DCM Organische Meststof Buxus. Ook na een snoeibeurt vult DCM Organische Meststof Buxus de voedingselementen in de bodem aan en bevordert ze de hergroei, zodat de struiken zich snel herpakken.

Welke voordelen heeft deze meststof?

  • evenwichtige verhouding tussen stiksof en kalium voor een compacte groei en een goede afharding in het najaar
  • met zeewierkalk voor een optimale zuurtegraad
  • rijk aan magnesium voor frisgroene blaadjes
  • buxus wortelt oppervlakkig, een goede spreiding van de meststof over het volledige oppervlak is dus noodzakelijk, dankzij de MINIGRAN® TECHNOLOGY is dit perfect mogelijk
  • kan ook gemengd worden met de potgrond van uw buxus in pot die uw terras verfraait

Tips bij ongewenst bezoek

Hoe houd ik katten uit de tuin?

Sommige tuinliefhebbers hebben veel last van katten die in de omgeving rond lopen. Veel kattenbezitters zullen dit probleem ook wel herkennen. Katten kunnen in kleine tuinen vaak een doorn in het oog zijn. Putjes graven, omgraven of vernielen van planten, opeten of wegjagen van mooie vogeltjes; het kunnen allemaal redenen zijn om zich te ergeren aan poeslief. Ook is het zo dat katten in de moestuin hun ontlasting kunnen achterlaten waardoor een aantal ziektes op mensen kan worden overgebracht. Ook de lucht kan vaak irritaties opwekken.
Hier zijn een paar tips opgenomen om dit probleem te helpen voorkomen, zonder dat er problemen ontstaan tussen de eigenaar(s) van de kat(ten) en de tuinbezitter.

Er zijn veel methodes en middeltjes die ervoor kunnen zorgen dat katten het hazenpad kiezen. Aangezien tuinliefhebbers vaak ook dierenvrienden zijn proberen we twee vliegen in een klap te slaan en de katten uit de tuin te houden met behulp van PLANTEN.

  • Meer planten in je tuin zetten zodat de bodem volledig dicht groeit en er geen plaats meer is om de grond om te woelen. Bodembedekkers maken de tuin voor katten dus een stuk onaantrekkelijker.
  • Bescherm de andere planten en de rest van de tuin door enkele door katten zeer geliefde planten te plaatsen in een hoek van de tuin. De poezen zullen dan alleen in de hoek van hun lievelingsplanten verblijven en laten de rest van de tuin met rust. Indien je de katten kwijt bent, weet je onmiddellijk waar je ze kunt vinden.

Hieronder staat een aantal van die planten.
– Nepeta cataria (wild kattenkruid).
– Teucrium marum (gamander).
– (sier)haver of een ander laag zacht gras.
– Pollen Alyssum (schildzaad).
– Dianthus deltoides (steenanjer).
– Sagina (vetmuur).
– Het zogenaamde kattengras.

Je kunt ook planten in de tuin plaatsen waar de katten een hekel aan hebben, waardoor ze uit de tuin blijven.
Zet deze planten op strategische plaatsen in de tuin om de “toevallige voorbijganger” te laten weten dat hij niet welkom is.
Planten die citroengeur verspreiden:
– Geranium macrorrhizum (ooievaarsbek).
– Dictamnus (vuurwerkplant).
– Aloysia triphylla (citroenverbena).
– Ruta graveolens (wijnruit) helpt ook bij het op afstand houden van katten.
– Stekelige mei- en vuurdoorn op strategische plaatsen ziet de kat niet zitten.

Een hoop stekelige takken van mei- en vuurdoorn op plaatsen waar de kat je tuin binnenkomt kan ook helpen. Dit kan de katten aanmoedigen een andere kant op te gaan. Zorg wel dat de kat er niet zomaar overheen kan springen.

Daarnaast bestaat er Kattenkwaad, een product van Luxan wat een voor katten onaangename geur afgeeft die wij niet kunnen ruiken